Vroeger werden bomen dicht op elkaar geplant om een straat, blok of park snel een groene uitstraling en inrichting te geven. Het nadeel is dat bomen die te weinig ruimte hebben, niet meer groeien of ziek worden. Dat willen we voorkomen door betere groeiplaatsen met meer ruimte te maken. We planten daarom minder bomen terug. Ook kiezen we boomsoorten uit die minder last hebben van boomziektes en insectenoverlast. Bomen staan minstens 30 jaar of langer. Dat betekent dat we bij het planten nu al rekening moeten houden met de veranderingen in klimaat en meer huizen in de stad. Daarom planten we bomen meer gemengd, dus verschillende soorten en leeftijden. Als bomen dan ziek worden door insecten of bacteriën, verspreiden ze dit minder snel naar andere bomen. Zo wordt het risico op grote uitval kleiner.
Wat is er aan de hand?
1. Zieke bomen: in Purmerend staan veel essen, wilgen, paardenkastanjes en iepen. De veranderingen in het klimaat zorgen er onder meer voor dat deze soorten steeds gevoeliger worden voor aantasting door bacteriën en insecten. Hierdoor worden ze sneller ziek.
2. Bomen met ruimtegebrek: een stad is geen ideale plek voor een boom: boven de grond moeten bomen plaats maken, zodat het verkeer ruimte heeft om veilig langs te rijden. Onder de grond liggen de straten vol leidingen en kabels, waardoor er weinig ruimte overblijft om te groeien.
3. Bomen op leeftijd: er zijn 40 jaar geleden veel kersen, meidoorns en lijsterbessen geplant. Deze soorten worden meestal niet ouder dan 40 jaar. Veel bomen zijn dus nu hoogbejaard.
4. De grond zakt weg: we verliezen bomen aan onze zachte veengronden. Als we geen actie ondernemen zakken bomen in de zachte grond weg en vallen om.
5. Er wonen steeds meer mensen in de stad en het klimaat wordt extremer: om de bomen in deze omstandigheden te helpen goed te blijven groeien verdelen we ze nu anders over de stad.
6. Kleine bomen worden groot: door de jaren heen groeit een boom uit van een kleine spriet tot een reuzenboom, de bomen veranderen van jonge aanplant naar een donker bos. De gemeente moet dan soms samen met de inwoners keuzes maken: welke boom moet plaats maken en welke heeft genoeg ruimte om door te groeien?
De juiste boom op de juiste plaats
Waar in het verleden bomen voornamelijk werden aangeplant vanuit esthetisch oogpunt, is het nu bekend dat bomen van groot belang zijn voor de leefbaarheid in uw omgeving. Denk hierbij aan de positieve effecten van bomen op de gezondheid, voorkomen van hitte en positieve bijdrage aan de biodiversiteit. Om optimaal te profiteren van de positieve effecten, een duurzaam en gezond bomenbestand te krijgen en/of in stand te houden en overlast zoveel mogelijk te beperken is het van belang om de juiste boom op de juiste plek te planten. We planten daarom in sommige gevallen minder bomen terug dan er stond. Dit om de bomen die wel worden terug geplant voldoende bovengrondse en ondergrondse ruimte te kunnen geven. Daarnaast richten we betere groeiplaatsen in om te voorkomen dat boomwortels de bestrating opdrukken en houden we rekening met de omgevingsfactoren.
Bomen zijn onmisbaar voor de leefbaarheid van de stad
De stad ontwikkelt en de bomen groeien daarin mee. We kiezen voor minder nieuwe bomen en stellen hogere eisen aan de kwaliteit van hun groeiplaats en -ruimte. De bomen krijgen zo een goede start en zijn beter opgewassen tegen droogte of harde wind. Door een goede en voldoende grote groeiplaats-/ruimte kunnen bomen zonder problemen uitgroeien tot mooie volwassen bomen. Het grote doel is natuurlijk om de bomen die er al staan zo goed mogelijk te behouden. Het groen is kostbaar, maar zeker de investering waard. Want bomen zijn onmisbaar voor de leefbaarheid van onze stad.
Bron: Gemeente Purmerend
Foto via purmerend.nl